Tradities

Het geniemonument

Zelfs bij de genie heeft goed werk tijd nodig, zoveel blijkt uit de aanloop tot het huidige geniemonument “Dit centrale geniemonument is opgedragen aan allen die bij het Regiment Genietroepen hebben gediend, in het bijzonder aan hen die tijdens missies het hoogste offer hebben gegeven.” Dit is de eerste regel van het verklarende bord, geplaatst in het geniepark, de buitenexpositie van het Geniemuseum. Het tekstbord is ontworpen door huisvormgever Gerben Klinkerberg. Het bord verklaart de symboliek van het geniemonument: genisten (wanneer, hoe en waar dan ook overleden) baanden de weg voor anderen. “Vandaar de lange weg die tussen restanten van obstakels doorgaat. Een weg die leidt door een massieve muur, die verder gaat door de openingen in die muur. De openingen vormen samen het internationaal bekende genieteken. De losstaande wanden bij de muur, symboliseren enerzijds bescherming die de genie zelf nodig heeft maar aan anderen ook biedt, anderzijds hindernissen die kunnen worden omtrokken.” Vanuit het park heeft de bezoeker een prachtig overzicht over het in mei 2009 in gebruik genomen geniemonument.


Het centrale geniemonument op de Van Brederodekazerne te Vught (foto: JB Strijk).

Overigens een monument met een zeer lange (voor)geschiedenis, die op het eerste gezicht teruggaat naar 1948. “In vertrouwen op het tot stand komen van een waardig gedenkteken, herdenkt het Wapen der Genie in dankbaarheid en met ere zijn gevallenen.” Deze tekst was te lezen op de gedenkplaat die Z.K.H. Prins Bernhard op 15 mei 1948 onthulde tijdens de viering van 200 jaar Regiment Genietroepen op de Kromhoutkazerne te Utrecht.

Het monument dat Z.K.H. Prins Bernhard op 15 mei 1948 onthulde had op zijn beurt ook weer een oudere geschiedenis. In 1923 werd het namelijk gebouwd als monument voor de dragers van de Militaire Willemsorde. In die periode was er geen behoefte aan en noodzaak voor het herdenken van gevallenen. Wel wilde men aandacht geven aan de dragers van de hoogste dapperheidsonderscheiding binnen het Wapen der Genie. Hun namen werden vermeld op een door de kapitein der genie A.G.M. Boost ontworpen monument, dat dus in 1923 een centrale plaats kreeg voor het stafgebouw van de Kromhoutkazerne; de thuisbasis van de genie.

De Kromhoutkazerne werd in 1913 gebouwd als kazerne voor de genie. De 1e tot en met 4e compagnie Pioniers en de 1e en 2e Telegraafcompagnie werden de eerste bewoners van de Kromhoutkazerne. Later werd het Depot Genietroepen daar gevestigd. In 1939 verliet de genie de Kromhoutkazerne (in verband met de mobilisatie), en werd deze gebruikt voor de legering van een infanterieregiment en enkele kleinere eenheden. Gedurende de bezettingsjaren gebruikten de Duitse troepen de kazerne voor de opleiding van soldaten van de Hermann Göring Ersatz- und Ausbildingsdivision (Luftwaffe). Kort na oorlog en de tijdelijke legering van Canadese troepen, maakte de Kromhoutkazerne een uitgeleefde indruk. Vele ruiten waren gesneuveld en het meubilair verdwenen. Ook het monument voor de Dragers van de Militaire Willemsorde werd onherstelbaar vernield. Het is niet duidelijk of dit door de Duitsers is gebeurd of dat een geallieerde tank verkeerd werd geparkeerd.

Maar de genie kwam terug en zoals hogergenoemd werd in 1948 het 200-jarig bestaan van het Regiment Genietroepen op grootse wijze op de Kromhout gevierd. Een belangrijk onderdeel in het officiële programma was dus de onthulling van het tijdelijke monument voor de gevallenen Z.K.H. Prins Bernhard. De gedenkplaat met bovenvermelde tekst was aangebracht op het overgebleven fundament en de muurtjes van het ontmantelde MWO-monument. In maart 1949 werd de Kromhoutkazerne overgedragen aan het Regiment Technische Troepen en vertrok de genie uit Utrecht. De gedenkplaat van het tijdelijke monument verdween en is nooit meer boven water gekomen. Hiermee begon een discussie die vele tientallen jaren zou gaan duren.

Het eerste initiatief volgde enkele jaren later. In 1952 maakte beeldhouwer C. Stauthamer in opdracht van de redactiecommissie van Pioniers Overzee (het boek van het geniebataljon van de 7-December Divisie), een plaquette voor de in het voormalige Nederlands-Indië omgekomen genisten. De plaquette kreeg een plaats langs de appèlplaats van de Koning Willem-I kazerne in ’s-Hertogenbosch. Jaren later verhuisde het monument(je) naar de Frederik-Hendrikkazerne in Vught, om uiteindelijk een plaats te krijgen in het Geniepark van het Geniemuseum.

Uit het verslag van de ledenvergadering van de Vereniging van Officieren der Genie (VOG) van 11 juni 1954: “In de vorige algemene ledenvergadering werd besloten tot oprichting van een gedenkteken voor de in de afgelopen oorlog omgekomen Genieofficieren. Voorgesteld wordt om ook de ten gevolge van de laatste oorlog omgekomen officieren der Genie van het voormalige KNIL daarin op te nemen. Het bestuur beraadt zich nog over de invoering van het gedenkteken en zal hieromtrent nadere voorstellen doen.” Waarschijnlijk is het alleen bij dit voornemen gebleven, want zover bekend is er nooit een gedenkteken voor genieofficieren tot stand gekomen. Men wilde een gedenkteken voor alle gevallenen van het wapen en niet voor één categorie. Binnen de Wapentraditieraad kwam het onderwerp ‘monument’ telkens terug op de agenda. De plaats waar dit monument dan wel zou moeten komen bleef hèt punt van discussie: Wezep, bij de parate genie en de zetel van de regimentscommandant of in Vught waar alle genisten worden opgeleid bij het Genie Opleidingscentrum.

In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd gekozen voor een praktische en mobiele oplossing: een monument in de vorm van een gedenkboek met de namen van alle gevallen genisten, opgeslagen in een glazen kast; dit monument was te transporteren. Er werden twee exemplaren van gemaakt. Een gedenkmonument werd in Wezep geplaatst, bij het vaandel en de regimentscommandant. De andere ging naar Vught en kreeg een plaats in de Historische Genieverzameling. Met de verplaatsing van de regimentszetel van Wezep naar Vught in 2000, kwamen de 2 mobiele monumenten bij elkaar. De discussie over de vestigingsplaats van een toekomstig monument werd hiermee beëindigd. In 2007 kwamen de tekeningen van kolonel b.d. Chris Weber uit het midden van de jaren tachtig weer op tafel. Uiteindelijk heeft dat geleid tot het nieuwe centrale geniemonument voor alle gevallenen van het Regiment Genietroepen en daarnaast een herdenkingswand in het geniemuseum met daarop de namen van genisten die een dapperheidsonderscheiding of een regimentswaardering ontvingen. Zelfs bij de genie heeft goed werk soms (veel) tijd nodig!

De huidige herdenkingswand voor dapperheidsonderscheidingen en regimentswaarderingen.

De missing link

Dit genieteken is het deel dat past in de openingen van het geniemonument te Vught. Het wordt geplaatst bij alle genie-eenheden. Hiermee wordt de verbondenheid van die eenheden met het Regiment Genietroepen aangegeven. Het teken blijft onlosmakelijk verbonden aan  het monument in Vught. Het biedt de afzonderlijke genie-eenheden en regimentsleden een locatie om op een zelf gekozen tijdstip, op de eigen locatie en op geheel eigen wijze belangrijke momenten te her- of te gedenken.

Lees de volledige ontstaansgeschiedenis van de missing link.

Hymne van het Regiment Genietroepen – Het Mineurslied

De officiële naam van de mars luidt: Kolonel Heemskerck van Beestmarsch. De mars werd begin twintigste eeuw gecomponeerd door eerste luitenant Zwart. Het laatste deel van die mars, het zogenaamde trio, wordt Het Mineurslied genoemd. Genisten zingen het lied liefst ‘staande, gezeten’:

Wij zijn Mineurs van't Nederlandse leger
en onze naam is overal bekend,
Sodeju!

We dragen een jas met goudgehelmde knopen
de pikhouweel is ons niet onbekend,
Sodeju!

En iedereen die mag het weten
we krijgen vanavond uienrats te eten,
en moeder de wasvrouw staat aan de deur
dat is de roem van elk mineur,
dat is de roem van elk mineur,
Sodeju!

Klik hier om Het mineurslied te beluisteren.

Het regimentsembleem

Het regimentsembleem is een samenvoeging van de emblemen, dan wel delen hiervan, welke voor de genie waren vastgesteld bij Legerorder no. 57 uit 1947. Het embleem bestaat uit een sappeurshelm op het snijpunt van schop en houweel, bevestigd op de steel van een anker, dat staat op de contouren van een vestingwerk.


Het regimentsembleem.

De genie-emblemen

Bij het hierboven genoemde Legerorder zijn vier genie-emblemen vastgesteld. Bij de samenvoeging van het 1ste Regiment Pontonniers en het 3de Regiment Pioniers tot het 1ste Regiment Genietroepen zijn de emblemen van de Pioniers en de Pontonniers uit het tenuevoorschrift verdwenen en is men overgegaan tot het dragen van het embleem genie algemeen. Na een verzoek van de Traditieraad Genie heeft de Traditiecommissie KL toestemming gegeven tot het wederom invoeren (op 1 oktober 1993) van de originele vier emblemen op de baret en op de kraagspiegels.


Een overzicht van de vier genie-emblemen.

Embleem genie algemeen; de sappeurshelm. Het embleem van de genie voor algemene functies, genisten in opleiding en leden van het fanfarekorps.

Embleem pionier; een gekruiste schop en houweel met op het snijpunt de sappeurshelm. Het embleem voor genisten bij 11 en 41 Pantsergeniebataljon en bij 11 Geniecompagnie Air Assault. De genisten van 11 Geniecompagnie Air Assault dragen het embleem op hun baret zonder het bruine ondergrondje.

Embleem pontonnier; een anker omgeven door een touw tegen een achtergrond van golven en in het midden op het anker de sappeurshelm. Het embleem voor pontonniers bij 105 Geniecompagnie waterbouw, Pioniers- en Pontonniersschool (PPS) en voor duikers.

Embleem fortificateur; een sappeurshelm omgeven door een vestingwerk met vier bastions. Het embleem voor ‘fortificateurs’ wordt gedragen bij het Rijksvastgoedbedrijf, 101 Geniebataljon (met uitzondering van 105 Geniecompagnie waterbouw) en genisten geplaatst bij de Pioniers- en Pontonniersschool (PPS).

Het vaandel

Op 30 april 1927 reikte de toenmalige commandant veldleger, luitenant-generaal Muller-Massis, namens Hare Majesteit Koningin Wilhelmina, te Utrecht het vaandel uit aan de genie; iets wat tot dat moment slechts was voorbehouden aan de infanterie- en de cavalerieregimenten. Dit vaandel werd op 14 mei 1940 op last van de toenmalige depôtcommandant, luitenant-kolonel D. van de Berg, te Schoonhoven verbrand; om te voorkomen dat het in handen van de Duitse bezetter zou vallen. Op 20 mei 1948, in het kader van het 200 jaar Regiment Genietroepen, reikte Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard een nieuw vaandel uit. Vijfentwintig jaar later, op 15 mei 1973 werd dit vaandel vervangen door een nieuw exemplaar, wederom uitgereikt door Prins Bernhard.


Het huidige vaandel met de opschriften (foto: Phil Nijhuis).

Bekijk de alleszeggende animatie over de vaandelopschriften op ons vaandel.

Veldtocht 1815. Dit vaandelopschrift is toegekend door HM Koningin Wilhelmina met KB nr. 24 van 29 maart 1927, waarmee het moedig optreden wordt herdacht van de Genietroepen bij het opruimen van hindernissen en het vrijmaken van naderingswegen in de slag van Quatre Bras en de slag bij Waterloo in 1815.

Krijgsverrichtingen 1830 en 1831. Dit vaandelopschrift is toegekend door HM Koningin Wilhelmina met KB nr. 24 van 29 maart 1927, waarmee het moedig optreden wordt herdacht van de Genietroepen tijdens de 10-daagse Veldtocht en bij andere krijgsverrichtingen in de Zuidelijke Nederlanden in 1830 en 1831.

Citadel Antwerpen 1832. Dit vaandelopschrift is toegekend door HM Koningin Wilhelmina met KB nr. 24 van 29 maart 1927 waarmee het moedig optreden wordt herdacht van Genietroepen tijdens het beleg van Antwerpen in december 1832 door het Franse leger, waarbij zij onder meer hardnekkig de verovering van kazematten en lunetten door de Fransen gedurende lange tijd wisten te beletten.

Java en Sumatra 1946-1949. Dit opschrift is toegekend door HM Koningin Juliana met KB nr. 94 van 16 december 1977 wegens: “Het deelnemen van 21 compagnieën van het 1e Regiment Pioniers, waarvan het Regiment Genietroepen de voortzetting is, aan krijgsverrichtingen in het voormalig Nederlands-Indië. Hierbij hebben deze compagnieën zich op Java en Sumatra voortdurend onderscheiden door het aanleggen en herstellen van wegen, bruggen, spoorlijnen, veerponten, vliegvelden, waterleidingen, verlichtingsinstallaties en kampementen, het ruimen van landmijnen en het verwijderen van springladingen zonder welke werkzaamheden geen militaire acties van enige omvang mogelijk waren, terwijl de door hen gesteunde eenheden dikwijls geen of onvoldoende beveiliging konden geven bij hun vaak zeer gevaarlijke opdrachten.”

Zuid Afghanistan 2006-2010. Dit vaandelopschrift is toegekend door ZM Koning Willem Alexander met KB nr. 2019001856 van 11 september 2019 waarin hij heeft goedgevonden en verstaan dat “Aan de opschriften in het vaandel van het Regiment Genietroepen wordt toegevoegd het opschrift ‘Zuid-Afghanistan 2006-2010’ in verband met de Geniesteun te velde, waaronder het opsporen van geïmproviseerde explosieven waarmee het regiment de weg baande.” Het vaandelopschrift is op 25 juni 2022 uitgereikt.

Lees alles over het  verzoek om toekenning van het laatste vaandelopschrift.

Het vaandel bevindt zich in de afgesloten vaandelkast en wordt bij de troep ingedeeld en meegevoerd bij de volgende gelegenheden:

  • een inspectie door Z.M. de Koning of door een lid van het Koninklijk Huis;
  • een erewacht voor Z.M. de Koning of voor een lid van het Koninklijk Huis, een buitenlands staatshoofd of een lid van een regerend buitenlands vorstenhuis;
  • een parade;
  • een beëdiging van officieren, onderofficieren, overige militairen voor bepaalde tijd van het Wapen der Genie en zij die dienst doen bij dat wapen;
  • de functie-overdracht van de regimentscommandant of van de regimentsadjudant;
  • een commando- of functie-overdracht voor het front van de troep, als dit een geniegeneraal betreft;
  • jubilea van het Regiment Genietroepen;
  • bijzondere gelegenheden, waarbij de regimentscommandant dit gewenst acht, of daartoe opdracht krijgt.

Lees alles over ons vaandel in een artikel van de SSG.